Wormen bij de hond en de kat

“Ik merk niets aan mijn kat, moet ik dan wel ontwormen?” “De ontlasting van mijn hond ziet er normaal uit, kan mijn hond dan wel wormen hebben?” Dit zijn vragen die regelmatig voorbij komen op ons spreekuur en aan de balie. Het zijn belangrijke vragen, omdat sommige wormen niet alleen bij dieren voor problemen kunnen zorgen, maar ook bij jou als eigenaar of bij kinderen in de zandbak.

Waarom ontwormen

Er zijn meerdere redenen waarom het verstandig is uw huisdier te ontwormen. Allereerst kan je huisdier zelf ziek worden.

Puppy’s en kittens kunnen in de baarmoeder (via de placenta) of direct na de geboorte (via moedermelk) al besmet worden met wormen. Wanneer zij niet ontwormd worden, kunnen ze een groeiachterstand oplopen en een verlaagde weerstand krijgen omdat het lichaam veel energie kwijtraakt via de wormen.
Bovendien hebben puppy’s en kittens altijd een lagere weerstand dan volwassen honden en katten, omdat hun afweersysteem nog niet zo goed ontwikkeld is als bij volwassen dieren. De larven van sommige wormen kunnen zich bij jonge dieren door het hele lichaam begeven en zo voor onherstelbare schade aan de weefsels zorgen.

Bij volwassen dieren wisselt het per dier hoeveel last ze hebben van een worminfectie. Dat hangt af van de ernst van de worminfectie en de weerstand van uw dier. Verschijnselen die je kunt zien bij je huisdier zijn diarree en braken. Veel volwassen huisdieren hebben echter geen last van de worminfectie, mits de wormen niet in grote aantallen aanwezig zijn.

Daarnaast is het ook voor jou als eigenaar en voor je omgeving belangrijk om je hond of kat te ontwormen. Je huisdier kan, ook met een lichte wormbesmetting, eitjes uitscheiden in de ontlasting. Die ontlasting kan besmettelijk zijn voor andere dieren, maar ook voor bijvoorbeeld kinderen die spelen in een zandbak. Meer dan een kwart van de parken in Nederland en meer dan 50% van de zandbakken is namelijk besmet met spoelwormeieren! Ook mensen die veel tuinieren en met hun handen in besmette grond zitten, kunnen besmet raken.

Oftewel, wormeitjes bevinden zich op veel plekken in je dagelijkse omgeving. Het zijn echter vooral kinderen, oudere mensen of mensen met een verminderde afweer die ziek kunnen worden van een wormbesmetting. Nadat de eitjes opgenomen zijn (vaak via de hand-mond-route), ontwikkelen deze zich tot larven die door het lichaam reizen. Zo kunnen klachten aan de ogen en de longen ontstaan. Wanneer deze larven zich ontwikkelen tot volwassen wormen, kunnen er ook maagdarmklachten bij mensen ontstaan.

Al met al is het dus raadzaam om je hond en kat te ontwormen. Zo worden problemen niet alleen voor jezelf en je huisdier voorkomen, maar ook voor je medemens.

Soorten wormen

Wormen die in Nederland voorkomen zijn:

  • Spoelworm: dit is de meest voorkomende worm bij hond en kat. Opname van eitjes vindt plaats in de omgeving (met ontlasting besmette grond) of door besmette tussengastheren (knaagdieren). Opgenomen eitjes ontwikkelen zich tot larven en vervolgens tot een worm. Deze worm zit in het maagdarmkanaal. De volwassen worm produceert vervolgens eitjes die met ontlasting worden uitgescheiden. Zo kan gemakkelijk herbesmetting optreden. Eitjes worden in de ontlasting uitgescheiden en zijn niet met het blote oog waar te nemen. Een eventuele besmetting kun je met het blote oog dus niet zien!
  • Lintworm: dit is de meest bekende worm. Honden en katten raken besmet door het oplikken van vlooien of het eten van prooidieren (muizen, ratten, enz. ). Het is dus belangrijk dat je dier vrij is van vlooien. Regelmatig ontvlooien voorkomt dus dat er een lintwormbesmetting kan optreden.
    De lintworm kan meterslang worden en produceert zakjes vol met eitjes. Deze zakjes met eitjes worden aan de buitenkant van de anus afgezet, die met het blote oog zichtbaar kunnen zijn. De eitjes lijken op rijstkorrels. De lintworm kan ook bij mensen voor problemen zorgen. Zo kan bijvoorbeeld de vossenlintworm tot blaasjes (cysten) leiden in diverse organen, zelfs in de hersenen.
  • Zweepworm: deze worm komt minder vaak voor. Eitjes van de zweepworm worden uit de omgeving opgenomen. Wanneer de eitjes zich tot volwassen worm hebben ontwikkeld in het dier, kunnen ze voor problemen in de dikke darm zorgen.

Wormen die in het buitenland voorkomen (met name Zuid-Europa):

  • Haakworm: in tegenstelling tot bovenstaande wormsoorten, zijn het bij deze wormsoort de larven die zich via de slijmvliezen naar binnen dringen. Er ontstaan uiteindelijk kleine wondjes aan de binnenzijde van de dunne darm.
  • Hartworm: vooral honden worden door deze worm aangedaan. Honden worden geïnfecteerd door een mug, die besmet is met hartworm-larven. De larven reizen na een muggenprik vervolgens door het lichaam van de hond in de richting van het hart. Daar ontwikkelen ze zich tot volwassen wormen. Problemen ontstaan wanneer de volwassen wormen het hart en de grote bloedvaten beschadigen en zelfs afsluiten. Ook kunnen de wormen loslaten van het hart en zo voor een verstopping in de longen zorgen (embolie). Dat is vaak levensbedreigend.

Ontwormingsschema

Het ESCCAP (European Scientific Counsel Companion Animal Parasites) heeft een ontwormingsschema opgesteld voor honden en katten. Het ESCCAP is een onafhankelijke organisatie die zich inzet voor zowel de diergezondheid als de volksgezondheid.

Volwassen honden en katten

  • Advies voor volwassen honden en katten die buiten komen: 4x per jaar ontwormen (= elke 3 maanden)
  • Advies voor volwassen honden en katten die binnen leven: minimaal 2x per jaar ontwormen (= elke 6 maanden). Huisdieren die niet buiten komen, kunnen zich wel besmetten met wormeieren die onder uw schoenzolen zitten en zo in huis terecht komen. In enkele gevallen is het nodig om zelfs vaker te ontwormen, denk aan katten die veel buiten vangen.

Puppy’s
Aangezien puppy’s al in de baarmoeder besmet kunnen raken is het ontwormingsschema als volgt:
Op 2, 4, 6, en 8 weken leeftijd ontwormen. Daarna is het advies om elke maand te ontwormen, tot de pup 6 maanden oud is. Na deze periode kan er overgegaan worden op het schema voor volwassen honden, dus 4x per jaar.

Kittens
Kittens kunnen pas, in tegenstelling tot puppy’s, op een latere leeftijd besmet raken. Het ontwormingsschema is als volgt: Op 3,5 en op 7 weken leeftijd ontwormen. Daarna maandelijks ontwormen tot het kitten 6 maanden oud is. Na deze periode kan er overgegaan worden op het schema voor volwassen katten, dus 4x per jaar. Indien de katten veel buiten vangen, is het advies om zelfs vaker dan 4x per jaar te ontwormen.