Een herfstmijt, officieel Neotrombicula autumnalis genoemd, is een klein (soms feloranje) kriebelbeestje dat op de grond leeft van planten en met het blote oog zichtbaar is. Uit de eitjes van deze mijt komen larven die op grassprieten of bladeren en takken van lage struiken gaan zitten. Tijdens het uitlaten van je hond kan er een mijt op je hond springen en zich vastbijten in de huid, wat voor veel jeuk zorgt. 

Hoe herken ik herfstmijt bij mijn hond?

Als je hond gebeten is door larven van de herfstmijt, dan kan dit voor jeuk en een rode huid zorgen, met name op de buik, neus, voetzooltjes en anus. Wat opvalt is dat je hond zich veel krabt, waardoor huidbeschadigingen en veranderingen in de vacht kunnen optreden. Ook als de larven al niet meer aanwezig zijn, kan je hond nog last hebben van jeuk.

Diagnose stellen

Door een huidafkrabsel te nemen en deze onder de microscoop te bekijken, kunnen de larven van de herfstmijt gezien worden. Als er geen larven gevonden worden, betekent dat niet dat de herfstmijt niet de oorzaak is van de jeukklachten bij je hond. De larven kunnen namelijk al weg zijn, maar nog steeds jeuk geven. Dit maakt het lastiger om de diagnose te stellen, belangrijk is dan om andere oorzaken eerst uit te sluiten. 

Behandelen & voorkomen

Een anti-vlooienmiddel werkt goed tegen bestrijding van de herfstmijt. De jeuk zal dan vanzelf verdwijnen. Bij huidbeschadiging kan ter ondersteuning bijvoorbeeld een zalf worden gegeven. Het ontvlooien van je hond werkt ook preventief.