Het gebit van een konijn of knaagdier blijft zijn hele leven doorgroeien. Als de tanden niet goed op elkaar staan, kunnen ze niet afslijten. Hierdoor ontstaan gebitsproblemen, zoals haken op de kiezen, bruggen en olifantstanden. Ook een te kort aan hooi kan een oorzaak zijn van gebitsproblemen.
Verschijnselen
Een konijn/knaagdier met gebitsproblemen wilt niet of nauwelijks meer eten, gaat speekselen, maakt proppen van het voer en heeft maag-darmproblemen.
Diagnose
De dierenarts kan met speciale instrumenten in de bek van het konijn/knaagdier kijken, zo kan zij goed zien of er problemen aan het gebit zijn. Ook kan de diagnose worden gesteld op basis van de verschijnselen.
Behandeling
Om de gebitsproblemen te behandelen moeten de afwijkende tanden/kiezen gevijld/geslepen worden, dit gebeurt meestal onder een roesje. Dit moet elke 3 tot 6 weken herhaald worden omdat het gebit door blijft groeien. Een andere mogelijkheid is het trekken van de tanden/kiezen die problemen geven.
Voorkomen is beter dan genezen.
Aan een verkeerde stand van het gebit is niets te doen. Wel kunt u het afslijten van het gebit bevorderen door genoeg ruwvoer te geven aan het konijn/knaagdier.